Eefje luisterde naar zijn warme, zachte stem, hoe hij zijn naam zei en hoe het met hem gaat. Ze bewonderde de boog en de pijlen die in het gras lag. Ze zuchten even en keek in het rond. Het begon een beetje te regenen. Ze trok zich er niets van aan. Ze keek naar de jongen die naast haar zat en lachte een keer. Haar blik wende daarna weer af naar de boog en de pijlen. Ze wist wel wat haar gaven was, maar niet die van hem. 'En'... Begon ze te spreken. 'Wat is jou gaven, als ik het mag weten natuurlijk.' Zei ze. Hij was de tweede vampier waarmee ze sprak. Raar niet? Op één manier toch. De meeste kennissen zijn weerwolven, maar de vampieren verbergen zich, dat dacht ze toch. Ze zag hoe de vogels gingen schuilen onder de takken van de groene en hoge bomen. Ze zag hoe de konijnen zich gingen schuilen in hun donker holletje. Eefje is echt een dierenvriend. Ondanks ze een ander wezen is dan een mens. Ze wilde hem wel leren kennen, maar... Ze is een beetje verlegen. Ze dacht terug aan vroeger en in haar begon ze te huilen, maar vanbuiten bleef ze neutraal. Er kwam af en toe wel eens een lachje te voorschijn. Ze luisterde naar de wind, die haar naam weer sprak. Ze zag de bomen dansen op het ritme van de wind. Ze zag geen dieren, ze waren allemaal verstopt. Toen het uiteindelijk stopte met regen, was ze door en door nat. 'Hmmm... Een plaatselijke bui, dat zeiden ze op het weerbericht toch.'
[Sorry voor de late post, had niet veel tijd.]