Noxwell keek het meisje met ogen waarin de pretlichtjes duidelijk op en neer dansden aan, maar probeerde haar ogen te vermijden. Hij wist wat er gebeurde als je de ware gevonden had en hij wilde zijn vrijheid even niet kwijt. Het leek hem eigenlijk niet echt leuk om de hele tijd aan dat bijzondere meisje te moeten denken en je je niet meer op iets anders kon concentreren. "Graag" De jonge man had naar de grond gekeken, maar toen het meisje antwoordde keek hij haar terug aan. “Waar woon je ongeveer?” Vroeg Noxwell terwijl hij zich van de boom afduwde en alvast vooruit liep. Waarschijnlijk zou het meisje wel volgen als ze thuis wilde komen. “Ik ben Noxwell trouwen, maar je mag altijd gewoon Nox zeggen. Ik weet uit ervaring dat dat makkelijker is om te onthouden. Hij grijnsde even. De wind waaide langs hen heen, maar door zijn warme huid had hij het alles behalve koud. De jas die hij had aangetrokken was gewoon voor de sier, anders zouden mensen raar gaan opkijken als hij nu gewoon in een t-shirt zou rondlopen. Op sommige momenten was hij blij dat hij een weerwolf was, op de momenten dat hij kon rondrennen in het bos, sneller dan dat een normale wolf zou kunnen. Op andere momenten, zoals mensen die raar opkeken als ze zijn warme huid voelde, vervloekte hij het feit dat hij een weerwolf was. Een walgelijke geur drong zijn neusgaten binnen en beschermend trok hij het meisje achter zich toen een man met een valse grijns voor hen stond. Noxwell keek even achterom naar het meisje voordat de vampier zijn volledige aandacht kreeg. Misschien liep de man gewoon door en moest hij zijn geheim niet aan het meisje tonen, maar diep vanbinnen wist hij dat dat nooit zou gebeuren. “Als ik een teken geef, ren je zo snel als je kan weg.” Zijn bruine ogen lieten de vampier geen moment los terwijl zijn vingers zich als een bankschroef rond de pols van het meisje sloten. Op de een of andere manier voelde hij zich verantwoordelijk voor dit meisje en zou hij het zichzelf nooit kunnen vergeven als er iets met haar zou gebeuren.